Hoe blijf je relevant en concurrerend in de maakindustrie?
De maakindustrie heeft het niet makkelijk. In de financiële pers lezen we dat de Europese industrie zelfs achterop raakt bij landen zoals China en de Verenigde Staten. Is dat onafwendbaar? Zeker niet! Door scherpe keuzes te maken en realistisch om te gaan met uitdagingen, kun je je als bedrijf juist onderscheiden. Michel van Buren en Jeroen Both van BLMC pleiten voor een reality check: ‘Zo blijf je relevant en concurrerend’.
Michel van Buren en Jeroen Both zijn directeuren van advies- en realisatiebureau BLMC. Ze zitten wekelijks bij CEO’s van productiebedrijven aan tafel die om advies vragen. Omdat het beter moet. Omdat de productie de vraag niet kan bijbenen. Omdat de marges dalen door steeds hogere eisen van klanten. Omdat de output omhoog moet. Of omdat bedrijven te maken hebben met acute ketenverstoringen. Herkenbaar?
Wacht niet op ‘de overheid’ maar neem een voorsprong
Feit is dat de maakindustrie met flinke uitdagingen te maken heeft. In de pers wordt vaak gewezen naar externe factoren zoals Europese regels en de dure energie. Kan de politiek daar niet wat aan doen?
Michel van Buren: ‘Dat is volgens mij niet de juiste vraag. Natuurlijk is het fijn als energie weer goedkoper wordt, of als er minder regels zouden zijn, maar dat is niet zo realistisch. Het heeft meer zin om als bedrijf zelf actie te ondernemen en jouw uitdagingen het hoofd te bieden. Daardoor verbeter je je eigen resultaten én de vergroot je de voorsprong op concurrenten.’
Omgaan met ketenverstoringen
Regeldruk en kosten zijn niet de enige plagen in de industrie. De laatste jaren zijn ketenverstoringen meer regel dan uitzondering.
Grondstoffen worden soms niet geleverd, of later, of worden veel duurder. Mondiale stromen hebben te maken met toenemende wetgeving en duurder transport, waar ook steeds meer duurzaamheidseisen aan gesteld worden. Daarbij komt het probleem van structurele arbeidstekorten. Dat is anders dan vijf of tien jaar geleden.
Jeroen Both, zelf jarenlang directiefuncties had in productiebedrijven, herkent de trend: ‘De tijden van oneindige supply zijn voorbij. Vroeger draaide alles om efficiëntie en om productiviteit. We wilden meer doen met minder, omdat je daarmee kosten bespaarde en dus je concurrentie voorbleef. Vandaag de dag moeten we meer doen met minder, omdat er minder is. De vraag is dus niet alleen meer: hoe gaan we produceren, maar ook: wat gaan we produceren.’
Michel van Buren vult hem aan: ‘Ook de internationale concurrentie neemt toe. Dat betekent dat je je echt moet onderscheiden. Het feit dat je in Europa zit, dicht bij je afnemers, is niet genoeg meer. Je moet beter zijn dan anderen, in kwaliteit, in prijs, in service. Dat leidt ertoe dat bedrijven steeds meer komen te staan voor strategische keuzes: waar ben je écht goed in. Daarmee kun je je onderscheiden. Om succesvol te zijn, moet je niet proberen alles te zijn voor iedereen, maar bewust kiezen welke klanten je met welke producten wilt bedienen.’
Trend van maatwerk naar componenten
Dat wil niet zeggen dat een bedrijf zich moet (hyper)specialiseren. Dat kan een tactiek zijn, maar voor de meeste bedrijven bestaan er verschillende segmenten naast elkaar.
Jeroen Both: ‘Veel producenten bedienen meerdere product-marktcombinaties. Bijvoorbeeld een high-end product voor een aantal grote klanten en verschillende standaardproducten die goedkoper geproduceerd worden. In het algemeen zien we nu de tendens om minder maatwerk te leveren en meer met componenten te werken. Dus van Engineering-to-Order (ETO) naar Configure-to-Order (CTO) of Assemble-to-Order (ATO). Door meer elementen te standaardiseren, kun je sneller en goedkoper produceren, is je voorraad overzichtelijker en wordt het onderhoud gemakkelijker. Bovendien heb je minder engineeringcapaciteit nodig. Dat is belangrijk, want engineers worden steeds schaarser.’
Voor veel klanten is een modulair product een prima oplossing. Een vergelijkbare trend is al langer aan de gang in softwareontwikkeling. Vroeger waren er veel meer maatwerksystemen in het bedrijfsleven. Tegenwoordig wil niemand dat meer, vooral omdat het lastig te onderhouden is. In de industrie is nu een vergelijkbare trend zichtbaar.
Klantsegmenten naast elkaar
Natuurlijk zullen er altijd klanten zijn die wél tot op zekere hoogte maatwerk nodig hebben en ook bereid zijn om daarvoor te betalen. Die wil je niet kwijtraken. De oplossing is om verschillende klantsegmenten te onderscheiden en daar de productie op aan te sluiten.
Michel van Buren legt uit: ‘Je hebt dan bijvoorbeeld enkele product-marktcombinaties die je bedient op basis van maatwerk, een cluster waar je modulair voor werkt en een aantal klanten die je alleen standaardcomponenten uit voorraad levert. Bij die verschillende product-marktsegmenten hoort een ander operationeel proces. Als je dat naast elkaar inricht, weet je zeker dat je de meeste tijd en middelen besteedt aan de klanten die ook het meeste opleveren. De klanten die minder lucratief zijn, bedien je met een eenvoudiger product en een eenvoudiger proces.’
Strategie vertalen naar operatie
Wanneer het maken van strategische keuzes en het onderscheiden van product-marktcombinaties is gedaan, volgt de stap naar de operatie. ‘Anders gezegd,’ aldus Jeroen Both: ‘Wat ga je concreet per segment doen? Hieruit volgt een productiestrategie en een strategische planning. Factoren die hierbij aan de orde komen zijn de inkoop, het productienetwerk, de productiestrategie (ETO, ATO, CTO), het logistieke netwerk, het voorraadbeleid en de inzet van mensen, machines en kapitaal. Dan kun je nog steeds tot de conclusie komen dat je te veel wilt doen; je kunt resources maar een keer inzetten. Deze fase noemen we daarom ook wel de reality check. Die kan alsnog leiden tot scherpere keuzes.’
Realiseren en evalueren
Wanneer deze fase van differentiëren, classificeren en optimaliseren is afgerond, is het tijd om de gekozen aanpak in praktijk te brengen en de resultaten steeds te evalueren.
Michel van Buren: ‘De wereld blijft in beweging en dat ben je als bedrijf dus ook. Strategie is niet iets dat je een keer vastlegt en daarna strikt volgt. Het is vooral een uitgangspunt, een koers, die juist zorgt dat je wendbaar blijft. Je hebt immers de grote lijn voor elkaar. Daarbij is het de moeite waard om te investeren in het opzetten van een goede datastructuur. Dat geeft steeds inzicht in output, kosten en opbrengsten en stelt je in staat tijdig bij te sturen als dat nodig is.’
Regie over je productie
Juist als de wereld om je heen beweegt en je als maakbedrijf met steeds nieuwe uitdagingen te maken krijgt, is het belangrijk de regie te pakken. Dat betekent bewuste keuzes maken, gebaseerd op waar je als bedrijf goed in bent, en daar je bedrijfsvoering op afstemmen.
Vragen die je jezelf moet stellen zijn: wat maakt dit bedrijf uniek, waarin zijn wij beter dan de concurrentie, wat heeft de markt nu en in de toekomst nodig en hoe kunnen we daarmee onze financiële doelen bereiken?
Op basis daarvan maak je keuzes en richt je de productie in. Dat is niet makkelijk, maar wel de enige manier om wendbaar, gezond en toekomstbestendig te zijn. Het is tijd voor keuzes.
Meer weten? Kom naar het Ketentheater op ESEF Maakindustrie
In het BLMC Ketentheater tijdens ESEF Maakindustrie (12 t/m 15 maart 2024, Jaarbeurs) presenteren Michel, Jeroen en vele andere experts concrete oplossingen voor deze uitdagingen in de maakindustrie. Deelname is gratis.